“Wij zijn de oren en ogen vanuit Noord-Holland in Brussel”

Als voorzitter van het Huis van de Nederlandse Provincies is Arthur van Dijk regelmatig in Brussel. Rob van Eijkeren, coördinator van het Huis, heeft wekelijks contact met de commissaris om hem op de hoogte te houden van de actualiteiten binnen de Europese Unie: “Over ontwikkelingen die relevant zijn voor de provincies of waar we iets mee moeten in Brussel.”

Eigen stem Het Huis van de Nederlandse Provincies komt op voor de belangen van de provincies en het Interprovinciaal Overleg (IPO) bij de Europese Instellingen. De Europese Commissie doet voorstellen voor beleid en wetgeving die ook de decentrale overheden aangaan, zoals provincies, gemeenten en waterschappen. Van Eijkeren: “De rijksvertegenwoordigers van de lidstaat Nederland behartigen het belang van ons land, maar kunnen dat nooit in detail doen voor alle medeoverheden. Daarom zijn de provincies sinds 25 jaar ook in Brussel om op te komen voor de regionale belangen. We laten duidelijk onze eigen stem horen. Voor een zo krachtig mogelijk verhaal, werken we samen met de landelijke vertegenwoordigers van Nederland.”

Vanuit de Europese instellingen binnen de Europese Unie (EU) worden veel voorstellen voor beleid en wetgeving gemaakt die van invloed zijn op het leven van Noord-Hollanders. Denk bijvoorbeeld aan wetgeving op het gebied van milieu. “Dat gebeurt natuurlijk met de beste intenties”, legt van Eijkeren uit. “Maar we moeten alert blijven op wat er wordt voorgesteld. De provincies en de inwoners zijn de ervaringsdeskundigen en wij zijn de oren en ogen vanuit Noord-Holland in Brussel.”

“Ook houden we in de gaten welke mogelijkheden Europese financiering biedt in de regio. Bijvoorbeeld om innovatie bij bedrijven mogelijk te maken. En we laten de EU zien welke innovaties er al zijn. Deze innovaties willen we beschermen en verder stimuleren. Samengevat zorgen wij dat de goede informatie op de juiste plek komt.”

Water Een probleem dat het Huis signaleerde, is dat lidstaten moeite hebben om te voldoen aan wetgeving over water. In 2027 toetst de EU of lidstaten voldoen aan de Kaderrichtlijn Water, een wet over het behouden van bijvoorbeeld schoon oppervlaktewater en grondwater. Van Eijkeren: “We zien dat Nederland dit niet lukt.

Samen met waterschappen, gemeenten en het Rijk stelden we vast dat niet alleen Nederland, maar bijna alle lidstaten niet gaan voldoen aan de wet. Dat is natuurlijk ook voor de Europese Commissie interessant om te weten. Daarom hebben we dat al in 2025 aangekaart. We willen in oplossingen denken. Dus onderzochten we met behulp van een vragenlijst hoever de lidstaten wél komen in 2027 met bijbehorende cijfers. Daar gaan we komend jaar verder over in gesprek.”

Van Dijk speelde hierin ook een belangrijke rol. “Hij was betrokken bij het werkbezoek en het programma dat in september werd georganiseerd voor het adviesorgaan Europees Comité van de Regio’s”, licht van Eijkeren toe. Dit orgaan adviseert de Europese Commissie over verschillende onderwerpen, waaronder waterkwaliteit. “Van Dijk is voorzitter van de Nederlandse delegatie in dit Comité en heeft namens gemeenten en provincies de Hongaarse voorzitter Kata Tüttő van het Comité uitgenodigd om naar Nederland te komen om de problemen met de wet verder toe te lichten. En om haar informatie te geven voor mogelijke oplossingen.”

We brachten onder andere een bezoek aan kennisinstituut Deltares dat veel expertise heeft op het gebied van water in combinatie met allerlei uitdagingen, zoals hoog water.” De oplossingen liggen in het samenwerken van de lidstaten langs de rivieren. Van Eijkeren: “Nederland is een delta van verschillende rivieren, dus voor Nederland is het belangrijk dat er solidariteit is van landen langs die rivieren. Dat je er rekening mee houdt dat als je stroomopwaarts maatregelen neemt, dit stroomafwaarts effect heeft.”

Het werkbezoek en de betrokkenheid van de commissaris van de Koning werden gewaardeerd door Kata Tüttő. In 2025 vroeg ze de commissaris 2 keer om haar te vervangen als voorzitter tijdens een vergadering van het Comité van de Regio’s. “Dat gebeurt niet zo vaak”, vertelt van Eijkeren. “En ze kan uit meerdere voorzitters van delegaties kiezen, maar de commissaris werd gevraagd.”

Boegbeeld Al 25 jaar zet het Huis van de Nederlandse Provincies zich in voor de belangen van de provincies in Brussel. Commissaris van de Koning Arthur van Dijk is nu 5 jaar het boegbeeld. “Het Huis heeft een goede naam opgebouwd, maar daarvoor heb je ook iemand nodig die uitdraagt wat het Huis doet. Uitdraagt wat de belangen zijn en daarvoor goede contacten onder­houdt. We hebben wekelijks contact via de app en houden elkaar goed op de hoogte van wat er allemaal speelt. Als bijvoorbeeld een brief verschijnt over een nieuw voorstel dat relevant is voor provincies, dan stuur ik die direct naar hem toe. Dat is handig voor hem om te weten, en zo kunnen Brusselse onderwerpen verder gebracht worden.”

De medewerkers in het Huis van de Nederlandse Provincies bereiden de informatie voor de provincies goed voor, zodat zij niet worden verrast. “Er zijn 7 dossiers waar wij ons mee bezig houden: klimaat en energie, regionale economie, circulaire economie, mobiliteit, landbouw, natuur en milieu, industrie en digitalisering. Bij deze onderwerpen horen lobbyfiches waarin staat waarover een voorstel gaat en wat de inzet is van de provincies.

Als je dat niet doet, kun je verdrinken in alle informatie uit de Europese Unie. De commissaris vindt het belangrijk dat deze informatie ook wordt gedeeld met Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en de ambtenaren. Zodat iedereen weet wat er speelt voor Noord-Holland.”