5. STOMP principe (modaliteiten)

Het STOMP principe is een prioriteringskader bij het opstellen van een duurzaam mobiliteitsbeleid. STOMP is de afkorting voor Stappen, Trappen, Openbaar Vervoer, Mobility as a Service (MaaS) en Personenauto’s.

De duurzamere vervoerskeuzes krijgen een hogere prioriteit ten opzichte van het minder duurzame aanbod. Het streven is om het aantal personenauto’s tot het minimale te reduceren en zoveel mogelijk ruimte te geven aan wandelaars en fietsers door gebieden autoluw of zelfs volledig autovrij te maken. Bij het minimaliseren van het aantal auto’s is het doel niet om de auto te beteugelen, maar om de alternatieven aantrekkelijker te maken dan de keuze voor de auto. Laat het een toegevoegde waarde zijn voor de bezoeker om te kiezen voor één van de duurzame alternatieven.

Wanneer?

Het STOMP principe is een afwegingskader om gemaakte keuzes steeds opnieuw te toetsen aan de lijn welke is uitgezet in de mobiliteitsvisie. Dit maakt dat de toepassing van het STOMP principe zorgt voor een iteratief proces gedurende het gehele traject. Bij elke stap worden keuzes heroverwogen en in het grotere geheel geplaatst. Samen zorgen de modaliteiten ervoor dat een gebied bereikbaar en leefbaar blijft. Een 360-graden benadering is dan ook noodzakelijk om kritisch te blijven kijken naar hoe de modaliteiten zich tot elkaar verhouden en samen een juiste spreiding bewerkstelligen.

Waarom?

De uiteindelijke vervoerskeuze ligt bij de bezoeker, al is sturing van de bezoeker in het maken van de (duurzame) keuze zeker mogelijk. De bezoeker zoekt bij het maken van de vervoerskeuze naar de minimale totale reisweerstand van deur-tot-deur. Faciliteer een passend aanbod van concurrerende alternatieven ten opzichte van de auto, waarbij het aanbod is gebaseerd op de mobiliteitsvisie en aansluit bij de doelgroep. Concurrerende alternatieven ontstaan door specifiek maatwerk. Er is dus niet één pakket dat op elke situatie toegepast kan worden. Door volwaardige concurrerende alternatieven te bieden op het gebied van tijd, betrouwbaarheid, prijs, gemak en/of comfort, wordt een andere keuze ‘ineens’ logischer dan de traditionele keuze.

Hoe?

Als bezoekers de auto (gratis) dichtbij kunnen parkeren, wat is dan nog de reden om de fiets te pakken? Als de reguliere dienstregeling van het OV niet aansluit op de openingstijden, hoe kan men dan worden verleid te kiezen voor een duurzaam alternatief? Concurrerende alternatieven gaan verder dan het ‘simpelweg’ aanbieden van een andere vervoersoptie. De klantreis begint al bij de manier waarop bewustzijn wordt gecreëerd en de overtuiging om te kiezen voor een andere vervoersoptie. Uiteraard speelt ook de praktische uitvoering een rol, zoals het gemak van het gebruik en de beleving op de route. Bij het samenstellen van concurrerende alternatieven dien je ook de omgeving mee te nemen in de afweging. Economische belangen kunnen een rol spelen.